Algemene symptomen

ALGEMENE conditie en levensverwachting, motoriek en tanden

satijnen

Opzet studie. De symptomen van beginnende satijnziekte zijn vaag, aspecifiek en meestal ook intermitterend. Diagnosestelling op basis van een momentopname (consultatie) is dus nagenoeg onmogelijk. Om een beter inzicht te verkrijgen in het verloop van satijnziekte heb ik tussen 2008 en 2013 21 satijndieren gehuisvest en opgevolgd tot hun natuurlijke dood of euthanasie. De cavia’s kregen ad libitum pellets (Supreme Petfoods Gerty Guinea Pig, ruw eiwit 15%, ruwe vezel 10%, ruw vet 3%, ruwe as 5%, Ca 0.6%, P 0.5%, vitamine C 250 mg/kg, vitamine D 1500 IU/kg), hooi, water en verse groente, en extra vitamine C supplementen. Dieren werden regelmatig gewogen, en hun motoriek- en kiesproblemen werden beoordeeld (zonder specifieke diagnosestelling of differentiaal diagnoses). De gegevens werden vergeleken met 54 niet-satijndieren en statistisch verwerkt.

De volgende schaal werd gebruikt om de ernst van de mankheid te beoordelen:

Fase Score Houding en gang Andere symptomen
0 0 Symmetrische digitigrade diagonale gang. Alle ledematen evenwichtig belast, steun op tenen. Geen (gezonde dieren).
I 1 Plantigrade diagonale gang. Steun op voetzolen, hielen en polsen, tenen ontlast en boven de grond gehouden (vaak gezien bij oudere niet-satijncavia’s). Vermageren, selectief eten, intermitterende darmproblemen. Rx: eerste tekens van botpathologie (vnl artrose).
II 2 Asymmetrische gang (“konijnen huppel”, zie video). Ontlasten (omhoog houden) van een achterpoot in rust. Vermageren, opgezwollen kaak en gewrichten. Rx: duidelijke tekens van botpathologie in de kaak en achterpoten.
III 3 Minder steun op de achterpoten, minder bewegen. Omhoog houden van beide achterpoten in rust. Ernstig vermageren, anorexie, secundaire kies- en darmproblemen,  opgezwollen en zacht aanvoelende kaken (“rubber jaws”). Rx: zichtbare afwijkingen in alle botten.
IV 4 Geen steun op voor- en achterpoten, sternale of laterale decubitus. Eindfase. Cachexie, secundaire darmproblemen (verstopping of diarree), metabole acidose, dood.
satijn fase I
Fig. 1: Fase I – subtiele tekens van bot- en gewrichtspijn (tenen omhoog).
satijn - fase II
Fig. 2: Fase II – ontlasten van een achterpoot in rust.
satijn - faseIII
Fig. 3: Fase III – ontlasten van beide achterpoten in rust.

Enkele voorbeelden van de typische satijnhouding zijn weergegeven in Fig. 1-4. De symptomen kunnen echter intermitterend zijn – satijncavia’s hebben vaak “betere” en “slechtere” periodes.

satijn - fase IV
Fig. 4: Fase IV – sternale decubitus.

Resultaten. Het is gebleken dat satijncavia’s inderdaad korter leven dan niet-satijncavia’s. Het verschil is groot (bijna 2 jaar). De doodsoorzaken bij satijncavia’s liepen uiteen: darmproblemen, infecties, tandproblemen. Het volwassen gewicht van satijnen is gemiddeld genomen 400 g lager dan bij overige dieren (zie tabel). Deze bevindingen zijn statistisch significant. De verdeling van de mankheidsscores is te zien in Fig. 5. Gedurende de observatieperiode vertoonden 8 van 21 satijnen (38%) en 12 van 54 (22%) niet-satijnen (intermitterende) motoriekproblemen. Het lijkt alsof satijnen een predispositie hebben voor het manken, echter, uit statistische analyses bleek dat niet significant te zijn. Wel beginnen de klachten op een veel vroegere leeftijd (1-1.5 jaar) bij de satijngroep in vergelijking met de niet-satijngroep (na 4-de levensjaar). Bij niet-satijncavia’s is mankheid een typisch ouderdomsverschijnsel.

  Levensduur (jaren) Gewicht (g)
Satijn 3.08 ± 1.49 ***   (p<0.001) 860 ± 157 *** (p<0.001)
Niet-satijn 4.92 ± 1.69 1287 ± 229
fig3_7
Fig. 5: Mankheidsscores (0 – geen, 4 – geen steun op poten, decubitus) bij satijnen (rode staven) en niet-satijnen (blauwe staven).

Tandproblemen (verworven tandziekte) lijken ook vaker voor te komen bij satijnen dan bij niet-satijnen (29% versus 19% van de dieren). Dit effect is alweer statistisch niet significant, maar de klachten beginnen op een jongere leeftijd bij satijncavia’s. Lees verder over verworven tandziekte in het hoofdstuk Gebit.

Zoals reeds aangegeven, zijn de symptomen van satijnziekte niet altijd goed waarneembaar bij satijnen. Omgekeerd, vergelijkbare symptomen worden vaak gezien bij niet-satijncavia’s. De enige statistisch significante conclusie is dat satijnen korter leven en een slechtere algemene conditie (laag gewicht) hebben. Bovendien komen bij satijncavia’s de typisch “geriatrische” klachten voor op een relatief jonge leeftijd.

Deze bevindingen gaven mij een aanwijzing dat satijnziekte misschien niet zo zeldzaam en uniek is, en dat dezelfde pathologie ook bij niet-satijncavia’s zou kunnen voorkomen.

Share This: